presentación
presentación
exposición
obra
catálogo
sedes
créditos
Medewerkers

De izquierda a derecha: Jorge Herralde, Carlos Barral y José MartínezAntonio Pérez was één van de mensen die vanaf het begin deel uitmaakten van de uitgeverij en hij verschafte toegang tot de wereld van literatuur en kunst. Behalve het fortuinlijke idee voor de naam van de uitgeverij – vernoemd naar een reeks romans van de Spaanse schrijver Ramón Valle Inclán (1866-1936) - zorgde Pérez voor contacten met beeldend kunstenaars als Saura, Tàpies en Millares die de uitgeverij een onvergetelijk imago verschaften. Pérez leidde ook het poëziefonds van de uitgeverij.

Verschillende mensen en groepen identificeerden zich met Ruedo Ibérico en steunden de onderneming met ideeën of financiële middelen. Juan Goytisolo was een belangrijke steun en toeverlaat voor de uitgeverij en schreef vele teksten, met name voor het tijdschrift.

Jesús YnfanteBij Ruedo Ibérico voegden zich ook dissidenten die in 1964 uit de Communistische Partij van Spanje (PCE) waren gezet, zoals Jorge Semprún en Fernando Claudín, en vooraanstaande figuren uit het Frente de Liberación Popular (FLP), in het bijzonder de journalist Luciano Rincón, en verder vele jonge beursstudenten in Parijs zoals Ignacio Quintana, Manuel Castells, Joaquín Leguina, Pasqual Maragall, José Luis Leal en José Ramón Recalde. Later kwamen daar mensen bij zoals Alfonso Colodrón, Juan Martínez Alier en José Manuel Naredo, die de uitgeverij in haar laatste jaren zouden leiden. Voor wat betreft de ideologische koers vertegenwoordigden de medewerkers van Ruedo Ibérico een gevarieerd, non-conformistisch scala van linkse ideeën, vanaf de republikeinse anti-Franquistische oppositie tot een meer internationalistische en antikapitalistische stroming en, in de jaren zeventig, een maatschappijkritische houding van vrijzinnige aard. Francisco Carrasquer – groot  pleitbezorger en vertaler van Nederlandse literatuur in het Spaans – was vanaf het begin getuige van en medeplichtig aan de overgang van José Martínez naar het pseudoniem van de vrijzinnige Felipe Orero, gedurende de laatste jaren van de uitgeverij.

De izquierda a derecha: Luciano Rincón, Roberto Mesa, Fernando Claudín y Juan Martínez Alier. Madrid, 7 junio de 1978Andere prominente medewerkers waren de erudiete Herbert R. Southworth, de eerste midvoor in de strijd tegen de censuur, en Isaac Díaz-Pardo, zonder wiens bijdrage Galicia hoy, het werk uit 1966 van Alberto Míguez, nooit zou zijn gepubliceerd, noch de drie laatste boeken van Ruedo Ibérico: de twee delen van de Romancero de la guerra en de Crónicas sarracinas van Juan Goytisolo.

Naast deze ideeënaandragers mogen we degenen die in de verschillende fasen bij de uitgeverij werkzaam zijn geweest niet vergeten: José Simoes, Juan Manuel Arencibia, Horst Westphal, Denyse Vaillancourt, Alejo Lluansí, en bovenal, Marianne Brüll, een buitengewone getuige van het eerste uur die de herinnering aan Ruedo Ibérico levend houdt.

  español  holandés  inglés  francés  portugués  catalán

© Residencia de Estudiantes, 2008  |  nota legal  |  contacto  |  cerrar ventana